Harde schijven

Drum loopwerk van Zuse Het Drum geheugen was al in 1933 door de Oostenrijkse ingenieur Gustav Tauschke uitgevonden, maar werd pas vanaf 1950 in enkele computersystemen gebruikt.
Links op de foto ziet u een Drum loopwerk van Konrad Zuse, zoals die in de Z22 en Z23 werd gebruikt. Overigens werkte IBM en anderen ook tot in de jaren zestig met drumgeheugens.
Hiermee werd het startschot gegeven van de magnetische massaopslag van data. De werking van het drumloopwerk is als volgt: De buitenkant heeft een magnetische laag. In de lengterichting van de drum waren elektromagneten die als lees en schrijfkoppen werkten geplaatst.Het grote voordeel van de drum was, dat de data sneller te benaderen waren dan bij de magneetbanden, omdat de toegang naar de data direct is en niet sequentieel zoals bij de tapeopslag.
Op de drum werden zowel programma's als ook data opgeslagen. De opslagcapaciteit was nog zeer beperkt tot enkele duizenden Bytes. De prijs van zo'n loopwerk was echter behoorlijk. Een enkel drumloopwerk koste toen 65.000 Deutsche Mark. (nu +/- 230.000,- Euro)

Harddisk

De IBM 305 RAMAC uit 1956 was de eerste computer die met magnetische schijven werkte in plaats van het drumgeheugen.
RAMAC is de afkorting voor Random Access Method of Accounting and Control.
De voorloper van de harde schijf werkte met vijftig magnetische schijven, die elk 24 inches groot waren. De opslagcapaciteit was 5 miljoen 7 bits karakters.
De woordlengte was op dit moment nog 7 bits, zo als de ASCII -notering van een grote A overeenkomt met de binaire notatie 100 0001.
Later pas werd de ASCII- notering uitgebreid met een extra bit.
een grote A is sindsdien 0100 0001.

Het loopwerk koste 50.000,- Us dollar.
Eerste Harddisk De RAMAC IBM 305
Magneetplaten in een diskpack De opvolger van de Drumloopwerken was de Magneetplaat, een directe voorloper van de harde schijf zo als wij die nu kennen. De magneetplaten werden in cassettes geplaatst en waren uitwisselbaar. De kosten van deze cassettes waren nog behoorlijk. De levensduur van de schijven was, doordat de lees en schrijfkoppen fysiek contact maakten met de oppervlakte, niet zo lang. De opslagcapaciteit was vergeleken met zijn voorloper al behoorlijk opgelopen. Het diskpack op de foto links heeft een opslagcapaciteit van 100 MB.
De afmetingen van de hard drives zijn, zo als op de foto onder te zien is, wat kleiner geworden.

De grote schijf is afkomstig uit een diskpack.
Daar naast is een loopwerk van een minicomputer uit de jaren 80 te zien.



Alan Shugart Al Shugart had in 1972 de Shugart Associates opgericht.
In 1974 werd hij door zijn eigen organisatie met behulp van de geldschieter er uit gezet. Niemand wordt daar vrolijk van en zo ook Al Shugart. Hij begon een kroeg, kocht een vissersboot en had geen interesse meer in de Computerwereld.
In 1979 wist Finis Conner hem over te halen opnieuw een aanloop te nemen en een bedrijf voor de productie van harde schijven te starten. Het bedrijf kreeg de naam Shugart Technology. Shugart Technologie begon aan het ontwerp van een kleine Hard Disk.
Xerox die het oude bedrijf van Shugart inmiddels had opgekocht dreigde met een procedure om de naam Shugart.

Om problemen te voorkomen werd de naam van het bedrijf omgenoemd naar Seagate Technology Inc.
In 1980 kwam Seagate met de ST 506 Drive op de markt. Het was een 5.25 " drive met een opslagcapaciteit van 5MB. De drive had dezelfde afmeting als de Shugart floppy drive.
Logo van Seagate Technology Inc. ST-506 eerste 5,25 inches drive

ST-506

De ST-506 was voor US $1.200,- te koop. Met de Hard Disk ontwikkelde Seagate ook een ST-506 controller. Op de controller konden twee harde schijven worden aangesloten. De besturing van de HDD werd volledig door de controller gedaan. Daarvoor was een 34 aderig bandkabel.
Voor het signaaltransport was een 20 aderig flat cable nodig.
Zie onder op de foto een van de eerste 3½" loopwerken.



ESDI

ESDI is een interface van de firma Maxtor.
ESDI staat voor Enhanced Small Disk Interface.
Op een ESDI interface konden 7 drives worden aangesloten, maar het werd geen succes, omdat andere bedrijven buiten Maxtor niet aan deze nieuwe standaard meewerkten.


SASI

SASI is de afkorting van Shugart Associates System Interface. Het SASI interface was als het ware een antwoord op het ESDI interface.


SCSI

SCSI staat voor Small Computer System Interface. In 1982 voegde programmeurs van de firma NCR enkele functies toe aan SASI en noemden het SCSI.
SCSI wordt uitgesproken als "skoesi".


IDE/ATA

IDE staat voor Integrated Drive Electronics en ATA staat voor AT Attachement.
Logo van Conner Peripherals De term IDE is door Conner Peripherals in het leven geroepen. Finis Conner, die 1984 bij Seagate weg ging en zijn eigen bedrijf startte, introduceerde in 1986 de 3,5" Hard Disk Drive. Compaq financierde de opstart en was tevens de grootste klant van Conner.

In 1996 kocht Seagate Conner op.
De 3,5" form factor is voor de desktop computers nu nog het meest gebruikte formaat.
In laptops worden over het algemeen 2,5" HDD's gebruikt.



Op de foto een 1 op 1 afbeelding van een 2,5" HDD.
De 2,5" hard drives worden omdat zij minder energie verbruiken meer en meer toegepast.

Echter zijn er ook 1,8", 1" en zelfs 0,85" loopwerken.

Jumperinstellingen voor hard drives.

IDE jumpers

Een ATA aansluiting heeft 40 aansluitingen en kan gebruikt worden voor twee vaste schijven.
Om te voorkomen dat er problemen ontstaan moet op de drive middels een jumper aangegeven worden wie de eerste en wie de tweede drive is. De eerste harddisk noemt men de Master. De tweede diskdrive de Slave.
De jumper instelling wordt MA voor master en SL voor slave aangeduid.

Mochten er per ongeluk twee drives als master zijn ingesteld, dan start het systeem niet op.

Een andere mogelijkheid is, om via de Kabelselectie de volgorde te laten bepalen. Een bandkabel met kabelselectie is te herkennen aan een gat in de kabel. Op de tekening met een gele ring aangegeven. Uiteraard moet dan de jumper op CS worden geplaatst.
CS staat overigens voor Cable Select.
Met het aansluiten van de flat cable moet er op worden gelet dat de gemerkte ader,(meestal rood) aan nummer een van de stekker moet worden aangesloten.



Als regel geld dat de (rood) gemarkeerde ader aan de kant van de POWER CONECTOR (Molex) moet zitten.


Sinds er EIDE is, zijn de moederborden uitgerust met twee ATA aansluitingen.
De eerste ATA-aansluiting is de primaire of primary en de tweede ATA-aansluiting is de secondary. Zo zijn er in totaal vier mogelijkheden om IDE devices zo als HDD, CD-ROM loopwerk, DVD Drive aan te sluiten.

Op de foto onder zijn de hard drives van 5 ¼ “ full sise tot de 2,5 te zien.



De opvolger van de parallelle ATA, de SATA, zal de werkzaamheden overnemen.


Samenvatting:

  • De eerste computer met een harde schijf was de RAMAC van IBM.


  • De eerste hard disk voor de microcomputer was de ST-506 van Seagate.


  • De ST-506 controller werd afgelost door de ATA controller(IDE).


  • ATA/IDE wordt voor desktopcomputers gebruikt privé en kantoor.


  • Externe harde schijven mogen tijdens werking nooit worden opgepakt.


  • Externe harde schijven worden op USB of FireWire aangesloten.


  • SATA is de opvolger van ATA.


  • PATA is de benaming voor de oude parallelle ATA.


  • Op een ATA aansluiting kunnen 2 loopwerken worden aangesloten.





  • Bij nul fouten doorgaan