|
De oorsprong en het gebruik van het cijfer nul is niet helemaal duidelijk. Zo zijn er bronnen die er op wijzen dat het een Babylonische ontwikkeling is. De Inca's maakten echter ook als gebruik van de nul. Echter werd de nul als plaatsbewaarder, om een lege plek aan te geven, gebruikt.
Echt rekenen met de nul deed men in India. In India, waar het cijfer nul in het Sanskriet Sunya heeft, wat verwijst naar Shunyata, de filosofie van de leegte, is het een reƫle cijfer waarmee ook gerekend kan worden. De nul heeft dus een cultureel / filosofische achtergrond.
In Europa gebruiken wij de tweedelinge logica, zo als de filosoof en wiskundige G. Leibnitz, die trachtte te beschrijven met de uitspraak je heb God en naast hem niets. Ergo heb je de waarheid en de onwaarheid. Zo heb je ook licht en het donkere niets, hetgeen hem liet redeneren dat er ook gerekend kan worden met het cijfer een en het cijfer nul.
De Indiase logica is echter genuanceerder en is niet slechts twee, maar vierledig.
Dit schept meer ruimte en houd in dat, behalve de toestand waar of niet waar er ook een combinatie van beiden of juist geen van beiden mogelijk moet zijn. Zie hier de basis voor de kwantum computer.
De oudste bewijsstukken voor het rekenkundig gebruik van de nul, een in Sanskrit geschreven leerboek voor boeddhistische monniken, is koolstof gedateerd op 220 to 380 Christus.
Hoe dan ook weten wij nu , dat de Indiase wiskundige Brahmagupta (598-669) het decimale positiestelsel uitwerkte en ook het begrip van negatieve getallen introduceerde en dit vastlegde in het boek Brahmasphuta Siddhanta met uitzondering van het getal Pi, waarvoor hij de wortel uit 10 gebruikt(3,16227766), zijn alle andere hoofdstukken nog geldig.
Deze wiskundig kennis bereikte omstreeks 800 ook Bagdad, waar de wiskundige Al Khwarizmi (780-845) in opdracht van de kalief, zijn zicht op de wiskunde vast legde in zijn boek Hisab aljabr w'al-muqabala, waar hij het rekensysteem met het decimale stelsel en de daarbij horende getallen inclusief de nul(sifri), uitlegt.
Hisab aljabr werd later het woord Algebra. Nadat zijn werk uit het Arabisch vertaald werd in het Latijn, werd het voor de westerse culturen, dank zij Leonardo van Pisa(1170-1250), beter bekend als Fibonacci, ook toegankelijk.
|