Laser printer

Laser printer is de naam voor een printer die middels een lichtgevoelige drum, een laserstraal of een rij van laserdioden deze belicht en zijn afdrukken maakt door toner op het papier te bakken.
Er wordt nog onderscheid gemaakt tussen de laserprinter, die met een enkele laserstraal werkt en deze middels een spiegel op elk gewenste positie op de drum kan plaatsen, en de ledarray printer, die met een rij van laserdiodes werkt die net zo breed is als de drum.
De laatst genoemde is goedkoper, maar ook tevens het type printer dat het meest word gebruikt.
De werking van de laserprinter berust op de zelfde werking als de kopieermachine.
Het is dus ook niet verbazingwekkend dat Xerox, die de droogkopieermachine heeft uitgevonden ook als een van de eerste een laserprinter levert.
De werking van de laserprinter berust op de werking van statische elektriciteit.
Zo als bekend is, stoten de zelfde ladingen elkaar af en trekken verschillende ladingen elkaar aan.

Een laserprinter maakt gebruik van een drum.
Links ziet u schematisch een gedeelte van een drum!
Deze drum is een cilinder met een fotogevoelige halfgeleiderlaag, die statisch opgeladen kan worden, maar zodra er licht op valt zijn lading verliest.










De werking van de laserprinter bestaat uit 6 stappen:

1.   Reiniging / Clean

Voordat de printer met zijn werk kan beginnen wordt de drum middels een lichtbron schoongemaakt, om oude tonerresten van een vorige afdruk te verwijderen.
Als dit proces niet goed verloopt, ontstaat op het papier een Ghost afdruk.
In het verleden weden dan de corotron of de ontladingslamp schoon gemaakt.
Nu werd er een nieuwe cassette geplaatst.

2.   Opladen / Charge

Het opladen van de drum gebeurt middel een hoogspanningsdraad die corona wordt genoemd.
De gehele oppervlakte van de drum wordt statisch geladen.

3.   Beschrijven / Write

Middels een laserstraal word de informatie op de drum geschreven.
Op dit moment is daar nog niets van te zien.
Daar waar het licht de drum raakt, verdwijnt enkel de statische elektriciteit.

4.   Ontwikkelen / Develope
Negatief geladen koolstofpoeder, de toner, wordt langs de drum geleid.
Enkel daar waar de drum belicht was gaat het poeder zich hechten.

5.   Overdracht / Transfere

Langs de drum wordt nu een positief geladen blad papier geleid.
De te printen informatie die nu op de drum staat wordt op deze manier overgebracht naar het papier.
De toner ligt nu nog los op het papier.

6.   Vastbakken / Fuse

Het blad met de losliggende toner wordt nu onder een soort oven of fuserrol doorgevoerd, waarbij door inwerking van de hitte de koolstofpoeder in het papier wordt gesmolten of gebakken.