HTML

Les 1

Maak je eerste webpagina

Webbrowser

Om de eerste webpagina te maken heeft u een webbrowser nodig. Voordat u aan het zoeken gaat naar een webbrowser,Windows heeft er een. Het is de Microsoft Internet Explorer. Maar met Netscape gaat het net zo goed. Deze programma’s zijn echt nodig. Zonder deze twee (er zijn ook nog anderen) kan men geen webpagina bekijken. 90% van alle gebruikers gebruiken een van de twee programma's. Overigen maakt u al gebruik van een van de twee, anders zou u nu niets zien. Mocht u de nieuwste uitvoering willen hebben, neem dan een kijkje bij http://home.netscape.com of http://www.microsoft.com

Vertaler

De webbrowser is een vertaler-programma. Het programma vertaald HTML instructies in tekst en afbeeldingen. De instructies worden in een eenvoudige tekstverwerker die allen ASCII tekst hoeft te kennen ingegeven. Voor dit doel kunnen wij onder Windows het beste de kladblok gebruiken. De instructies die in de kladblok worden geschreven moeten onder een naam met de extensie htm of html worden opgeslagen. Dit is de minimale voorwaarde dat een webbrowser er naar wil gaan kijken.

TAG's

< html >

< head >

< title >

De instructies die HTML gebruikt noemt men TAG.
De TAG's zelf zijn niet op de HTML pagina zichtbaar.
De meeste HTML-tag's bestaan uit twee delen. De begin-tag en de eind-tag.
De tekst van ieder HTML-pagina begint met <html> en eindigt met </html>. Na de tag <html> komt de tag <head> die aangeeft dat dit het begin is.
Binnen de head worden enkele dingen geregeld. Een daarvan is de titel van de pagina. Dit werkt met <title > De titel van de eerste webpagina kan bvb, <title> Eerste webpagina </title>, kunnen zijn.
Daarmee is de titel afgesloten.
Als er geen andere instructies voor de webpagina aangeboden worden kan de inleiding onder het hoofdstuk head gesloten worden door de afsluitinstructie </head>

< body >

< br>

<p>

<b>

<i>

<u>

Om nu te beginnen om informatie op de pagina te plaatsen gebruiken wij de start-tag < body >. Alles wat nu volgt is informatie voor de pagina. Dat kan tekst zijn maar ook grafische voorstellingen (plaatjes).
Om een regel met tekst te beëindigen maken wij gebruik van de tag <br> (break). Om een lege regel in te voeren gebruiken wij de tag <p> (paragraaf).

In ieder tekstverwerker vinden wij de functies Bold, Italic en Underscore (vet, schuin en onderstreept.) tegen, zo ook in HTML. Ook hier wordt gebruik gemaakt van de voor de handliggende letters B, I en U. Om een letter, woord of tekst onder de gegeven aanpassingen te laten werken, plaatsen wij de begin-tag, dan de te behandelende tekst en dan de afsluit-tag.
typt men bvb Dit is <b> Vet </b> dan verschijnt het zo:
Dit is Vet
Dit is <i> schuin </i> met als resultaat: Dit is schuin.
Maar dit geld ook voor <u> onderstrepen </u> zo als u ziet.
Er is ook een tag die de hoogte van de tekst bepaald. Het is de <h1> tag. Alles wat tussen de
<h1>

staat

</h1>
ziet er zo uit. Alles wat tussen de
<h2>

staat

</h2>
ziet er zo uit. Alles wat tussen de
<h3>

staat

</h3>
ziet er zo uit.

GO

Nu schrijven wij in kladblok de eerste webpagina.
Op het scherm komt HELLO WORLD te staan.
Als wij alles hebben ingetoetst, bewaren wij het bestand onder de naam first.html.
Als wij de naam first dan met de muis aanklikken moet u het resultaat zien.

<html>
<head>
<title>
Mijn eerste webpagina
</title>
</head>
<body>
<h1>
HELLO WORLD
</h1>
</body>
</html>
 

Maak nu je eigen eerste webpagina.


Samenvattend:



  1. Iedere HTML pagina begint met <html> en eindigt met </html>.
  2. Iedere HTML pagina heeft een HEAD die begint met <head> en eindigt met </head>.
  3. Iedere HEAD heeft een titel die begint met <title> en eindigt met </title>.
  4. Teksten en voorstellingen beginnen met <body> en eindigen met </body>.
  5. Regeleinde (break) is de tag </br>.
  6. Paragraaf of nieuwe (lege regel) is de tag </p>.
  7. Onderstrepen aan en uit is <u> en </u>.
  8. Schuine tekst ofwel italic is <i> en </i>.
  9. Vet afdrukken ofwel bold is <b> en </b>.
  10. Kopteksten, groter dan de rest zijn <h1> en </h1>.(</h2> </h3>)


Bij nul fouten doorgaan