Transformator

Symbool van de Transformator Het woord Transformator komt uit het Latijn en betekent omvormen, zeg veranderen. En dat is precies wat een transformator doet.
Hij vormt wisselspanning om. Van hoog naar laag, of van laag naar hoog.

Een transformator is een onderdeel dat minimaal uit een kern en twee spoelen bestaat.
In 1831 lukte het de Engelse onderzoeker Michael Faraday de eerste werkende transformator te bouwen.

Een transformator werkt alleen op wisselspanning. Hij kan wisselspanningen verlagen of verhogen. In huishoudelijke en industriële apparaten maar ook in onze computers zijn transformatoren die de 230 Volt uit de stopcontact verlagen naar spanningen zo als 5 en 12 Volt waar de logica en de andere onderdelen mee kunnen werken.
Transformator Een transformator bestaat uit een primaire kant en een secundaire kant.
De primaire kant is de zijde waar een wisselspanning wordt aangelegd.
De inductie, die door de primaire spoel ontstaat wordt aan de secundaire kant terug vertaald naar een secundaire spanning. De windingen bestaan uit geïsoleerd koperdraad. De transformatorkern bestaat uit gelamineerd weekijzer om te voorkomen dat er te veel warmte ontstaat. De spanning over een spoel van een transformator is evenredig met het aantal wikkelingen.
Heeft een transformator even veel wikkelingen aan de primaire en de secundaire kant, zal de secundaire spanning even groot zijn als de primaire spanning. We spreken in dit geval van een scheidingstransformator.
Er bestaat dus een duidelijke verhouding tussen primaire wikkelingen zo als
Up:Us=Np:Ns
U staat voor de spanning. ( Volt ) en N staat voor het aantal wikkelingen.
Up wil dus zeggen de spanning aan de primaire kant. De kleine S (subscript) staat voor secundair. De ander kant van de transformator.
Stel een transformator heeft aan de primaire kant 1000 wikkelingen.
Op de primaire kant is 230 Volt aangesloten. Aan de secundaire kant wil men 23 Volt.
Hoeveel wikkelingen zijn er aan de secundaire kant vereist?

Formel
De uitkomst is 100 windingen.
Transformator

Stel een transformator heeft aan de primaire kant 1000 wikkelingen van koperdraad.
Op de primaire kant is er 230 Volt aangesloten. Aan de secundaire kant heeft de transformator 500 windingen.
Hoe hoog is de spanning aan de secundaire kant?

Formel
De uitkomst is 115 Volt.

Transformatoren veranderen niet allen maar netspanning van 230 Volt naar laagspanning. ( 5 of 12 V ).
Om beeldbuizen te laten werken heeft men niet genoeg aan 230 Volt en moet de spanning op worden getransformeerd naar 10000 Volt en meer. Om laserprinter of kopieermachines van statische elektriciteit te voorzien moet de spanning nog hoger worden gebracht, zeg getransformeerd.
Transformatoren heb je in alle soorten en maten.
De elektriciteitsbedrijven transporteren de stroom als 110 tot 350 KV van de centrale naar de steden. (KV staat voor Kilo Volt, 1000 V)
Transformatoren verlagen de spanning naar bruikbare 230 Volt.


Samenvattend:

- Het woord Transformator komt uit het Latijn en betekend omvormen, zeg veranderen.

- De Engelsman Michael Faraday bouwde in 1831 de eerste transformator

- Een transformator heeft minimaal een secundaire en een primaire spoel.

- Een scheidingstransformator produceert aan de secundaire kant een evenhoge spanning als aan de primaire kant.

- De verhouding tussen spanningen (U) en wikkelingen (N) is Up:Us=Np:Ns .

- Een transformator kan uitsluitend wisselspanningen omzetten

- Een transformator werkt niet met gelijkspanning!

- Een transformator kan spanningen verhogen of verlagen.

- De transformatorkern bestaat uit gelamineerd weekstaal.