Muis |
De Muis is een pointing device, een besturings- een aanwijsapparaat. |
De muis valt onder de groep van invoerapparaten. | De eerste muis is in 1963 door Douglas C. Engelbart ontwikkelt. | |
Op de foto heeft Engelbart zowel zijn eerste prototype van de muis als ook de eerste muis van de Alto-computer in zijn handen. Leuk om te weten dat de eerste muis in het begin als Bug door het leven ging totdat uiteindelijk toch voor de term muis werd gekozen. Xerox was de eerste die de Muis met de komst van de Alto computer in 1973. |
||
Grote algemene bekendheid verkreeg de muis pas in 1984 met de komst van de
Macintosh computer van Apple. Dat Apple een jaar eerder een mislukte start had gemaakt met Lisa, was de meesten ontgaan. | ||
De Muis werd in het verleden aan de seriële poort aangesloten,
dat wil zeggen via de RS-232,
welke gebruik maakt van de Sub Miniatuur DB-25. Later werd de DB-25 Male vervangen door de DE-9 Male. Met de komst van de PS-2 van IBM veranderde de aansluiting naar een Mini-DIN-6 (PS-2 aansluiting). Daarna kozen de Muisfabrikanten de USB als verbindingsinterface voor de muis. Nog makkelijker is een draadloze Muis. | ||
De werking van de muis berust op het aansturen van twee pulsgevers. Bij de eerste muis van Engelbart waren dat twee tandwielen, een voor de X- een een voor de Y-as. Bij de muis voor de Alto werd een stalen bol gebruikt die op zijn beurt de x- en y-as pulsgevers aanstuurden. Dit systeem heeft meer dan dertig jaar gewerkt. De nieuwe muizen werken zonder bal, maar oriënteren zich aanhand van een laserdiode. Nog leuker is de draadloze muis, zo als op de foto te zien is. Zorg er wel voor dat er batterijen op voorraad zijn. Hoe leuk een Muis ook mag zijn, of uit mag zien, het is een computeronderdeel die voor RSI kan zorgen. Als alternatieve kunnen een touchpad, een penmuis of een trackball worden gebruikt. Verder is het aan te bevelen om zo veel mogelijk gebruik te maken van keyboardinstructies in plaats van met de Muis te dubbel klikken. | ||