Java is de naam voor een objectgeoriënteerde programmeertaal.


De oorsprong van Java ligt bij OAK (Object Application Kernel) uit 1992. James Gosling ontwikkelde in 18 maanden samen met Patrick Naughton en negen ander programmeurs van Sun Microsystems deze ontwikkel software. Met de naam OAK ontstonden al spoedig problemen, gezien er als een software bedrijf met de naam Oak bestond. Omdat Patrick en collegas verzot waren op expresso coffie, die java koffiebonen als basis had, werd de naam Java in het leven geroepen. OAK / Java was oorspronkelijk ontwikkeld om als ingebed besturingssysteem te fungeren. In maart 1995 werd de eerste Alphaversie, die met de browser Netscape Navigator  samen werkte gepubliceerd. Sun Microsystem was op dat moment de financier en eigenaar van Java. In 2010 kocht de Amerikaanse firma Oracle Sun Microsystem en is derhalve nu de eigenaar van Java.
Java kent een syntax die lijkt op C++. De meeste webbrowsers hebben een Java interpreter waardoor ze Java applets kunnen uitvoeren die extra functionaliteit geven aan HTML-documenten.

De populariteit van Java neemt dagelijks toe. Java is snel, veilig, portable en solide en is een van de populairste computer talen. Programmeurs, die Java beheersen, hebben altijd werk.

Java kent vier verschillende platforms:

Java Card
Java Card is een gereduceerde Java standaard, om voor programmattuur op chipkarten uit te kunne voeren.

Java Micro Edition (Java ME)
Java ME is het platform voor ingebedde software voor smartphones.

Java Standard Edition (Java SE)
Java SE is de platform voor de toepassingen op PCs Servers en anderen.

Java Enterprise Edition (Java EE)
Java EE is gericht op programma transacties en toepassingen voor multi level transacties en Web-applicaties.

Java is een compiler programmeertaal. Dat wil dus zeggen, dat er in de Java taal een programma wordt geschreven. Dit is dan de broncode. Deze broncode wordt als programmanaam.java opgeslagen en vervolgens overgezet naar binaire instructies die de computer begrijpt. Dit noemen wij compileren. De compiler bewaart de code als programmanaam.class. De Java compiler heet javac, die deel uit maakt van het ontwikkel pakket JDK, hetgeen staat voor Java Development Kit. Als het compileren is geslaagd, komt de volgende fase, de programma uitvoer. De JDK is niet alleen een compiler, maar heeft ook een, de interpreter(vertaler programma), een JRE wat de afkorting is voor Java Runtime Environment. De JRE komt met een Java Virual Machine JVM waarmee browser support en applet ondersteuning wordt geboden. De JVM regelt de verschillen van computersystemen en de besturingssystemen. Hij zorgt er voor dat Java programma's, zo als dat heet, platform onafhankelijk zijn. Dit alles heeft betrekking tot Java programma's die middels een webbrowser worden uitgevoerd.

De opbouw is dan samengevat als volgt:

1. De broncode van het programma in ASCII code in een tekstdocument met de extentie .java

2. De Java compiler die de brontekst omzet naar een Java Bytecode instructiezet met de extentie .class

3. De Java Virtuele Machine met de run time module / compiler

4. De realisatie vindt uiteindelijk plaats op de verschillende OS platforms Linux, Mac OS X, Solaris en Windows