Binair

Binair tweevoudig of twee mogelijkheden.

Binair verwijst naar het rekenstelsel dat slechts werkt met de cijfers 0 en 1.
De 0 en de 1 heten een bit

De basis voor het binaire rekenen werd in 1703 door de Duitser G.J. Leibnitz gelegd.
De werking van de computer berust op het werken met bits.
Een bit is of aan of uit. Men spreekt ook van hoog of laag.

Het grondtal van het binaire stelsel is de 2.
In dit verband spreekt man dan ook van radix (2).

Bits komen zelde allen voor.
Men komt deze tegen in groepjes van vier, hetgeen dan een nibble wordt genoemd.
Als er groepen van acht bits bij elkaar zijn spreekt men van een byte of heel deftig van een octet.

Het rekenen met binaire getallen is even wennen.
De computer vind het overigend prachtig. Hij rekend veel liever binair dan decimaal, zoals de mensen dat doen.

Hier vold een optelling van 0 tot 15. Een nibble is voldoende om de klus te klaren.
  0      0000
  1      0001
  2      0010
  3      0011
  4      0100
  5      0101
  6      0110
  7      0111
  8      1000
  9      1001
  10    1010
  11    1011
  12    1100
  13    1101
  14    1110
  15    1111


Aan hand van het binaire getal 8, binair -> 1000(2), nog even een uitleg hoe het in elkaar steekt.

23 22 21 20
1 0 0 0

Het linkse bit, de 1 is het MSB en is gemerkt met 23.
Dat wil dus zeggen, dat als het bit aan staat of hoog is, een 1, zo als nu de waarde 2 tot de macht 3 is.
2 tot de macht 3 wil zeggen 2x2x2.
De uitkomst is 8.
De andere bits staan niet aan, of zijn laag, 0 dus.
De waarde van de nibbel is 8 + 0 + 0 + 0 = 8